Stap 2 | Gat boren voor de buitenkabel

Let op: gebruik bij het boren gehoorbescherming en een veiligheidsbril.

Je kunt nu het gat boren om de buitenkabel door te voeren. Let goed op de richting waarin je boort.

Je kunt het beste van binnen naar buiten boren in de voeg. Dit zorgt ervoor dat alles netjes blijft. Houd de boor schuin omhoog, zodat er geen regenwater in het gat kan komen.

Het boorgat ziet er vaak netter uit aan de kant waar je begint. Denk na over welke kant het meest zichtbaar is. In dit geval boren we van buiten naar binnen. Dit zorgt ervoor dat de buitenkabel goed in de voeg gaat. 

Gebruik als eerst de klopboormachine op boorstand. Als je eenmaal een gaatje hebt, zet je hem op de klopstand. Ook het laatste gedeelte doe je weer op de boorstand. Dit helpt beschadigingen aan de muur te voorkomen.

Stap 4 | Buitenkabel doorvoeren

Bevestig de buitenkabel stevig in een slagvaste buis en monteer deze aan de muur. Teken eerst een rechte lijn onder het stopcontact aan de binnenkant met een waterpas.

Boor daarna enkele gaten langs deze lijn voor de kabelzadels. Hierin klem je straks de buis vast. Vervolgens kan je de kabelzadels met pluggen en schroeven stevig tegen de muur vastzetten.

Let op! Houd wat extra ruimte over bij het afknippen van de kabel. Je hebt namelijk nog een stukje nodig om naar het stopcontact te gaan en om door de muur naar buiten te gaan. 

Zaag de buis op maat met een ijzerzaag en trek het snoer er doorheen. Bevestig de buis aan de kabelzadels en trek het snoer door het gat naar buiten.

Stap 5 | Draden aansluiten

Nog één stap te gaan: het buitenstopcontact aansluiten. Houd de buitenkabel tegen het stopcontact en knip hem bovenaan af met de zijkniptang. Zo heb je genoeg ruimte om de kabel te strippen en aan te sluiten.

Strip ongeveer 10 centimeter van de buitenste mantel met het kabelmes. Je past makkelijk de snijdiepte aan met het wieltje. Draai naar rechts om dieper te snijden. En draai naar links om minder diep te snijden.

Je ziet nu drie elektradraden. Iedere kleur heeft zijn eigen functie. De bruine draad is de fase draad, dat betekent dat er altijd spanning op staat. De blauwe draad is de nuldraad voor de terugvoer van stroom. De geel/groene draad is de aardedraad voor veiligheid.

Nu kun je de elektradraden gaan strippen. Strip elke draad ongeveer 1 centimeter met de instelbare striptang. Hoe verder je het bekje opendraait met het wieltje, hoe dikker je kan strippen.

Plaats het rubber doorvoerstukje over de kabel om het stopcontact waterdicht te houden. Bij het aansluiten van de draden in het stopcontact moet je goed opletten. Elke kleur heeft zijn eigen plek. Welke je als eerste aansluit, maakt niet uit. De geel/groene draad in het midden, de bruine rechts en de blauwe links. 

Je buitenstopcontact is nu aangesloten! Voordat je binnen alles kan aansluiten, haal je eerst de spanning eraf. Test dit ook even met een spanningstester.

Sluit de draden binnen op dezelfde manier aan. Maak de stopcontacten dicht en zet de stroom weer aan. Test of het buitenstopcontact werkt en voilà, je hebt nu een werkend stroompunt voor buiten! Nu kun je bijvoorbeeld makkelijk zelf tuinverlichting aanleggen.